Column Webboulevard online Magazine webadres

Published on december 7th, 2012 | by scriptor

0

falende angst

In onze garage is het heel gezellig, er leeft een gezinnetje, tenminste ik hoop dat het ondertussen geen dynastie is. Veldmuizen. Maar dan met comforteisen, want ze nemen geen genoegen meer met het veld voor onze deur, nee binnenshuis is het vele malen aangenamer. Daar vinden ze vogelzaden en hondenvoer en een goede beschutting tegen de regen en de kou. Iets waar ze zelf ook heel goed voor kunnen zorgen, maar ook in de muizenwereld is alles maakbaar! We gaan de garage binnen, doen het licht aan en daar schiet er een in doodsangst weg, veilig onder een rek om zich daar vervolgens helemaal wild te schrikken van het gegil dat onvermijdelijk volgt. Krijsend rennen we de garage weer uit, in de lach schietend om onze eigen reactie. Als we nu naar binnen gaan, gaat dat aarzelend: eerst het licht aan, dan voorzichtig een voet naar binnen… daarna meppen we met platte handen op de muur om de dreiging van het naderend onheil dat wij voor de muizen denken te zijn, te vergroten. En soms als we schrikken van onze eigen ademhaling, rennen we de garage weer uit om de schrik van een wegschietend miniscuul klein en vreselijk bang muisje te voorkomen. Dit heldengedrag levert ons soms nog een ijsje op uit de vriezer. Er zijn ook dagen dat we de hele muizenfamilie vergeten en onbekommerd naar binnen lopen en weer naar buiten. Pas daarna siddert de herinnering door ons heen als we ons realiseren dat we er niet alleen waren. Soms nemen we de hond mee, die sukkel moet je met neus op de muizenfeiten drukken, wil ze in actie komen. Muizen kunnen over haar heen lopen als ze slaapt, het deert haar allemaal niet. Dan ruikt ze iets en hoort ze iets. Beide zintuigen zijn tot 17 keer toe beter ontwikkeld dan de onze, ze verandert in de jachthond die ze is en er is geen houden meer aan. Ze rent van de ene plek naar de andere en blaft kort en overtuigend. Het muizenhart moet het begeven onder zoveel overwicht. Even laten we haar haar gang gaan, maar dan irriteert het geblaf ons en ook onze buren lijkt me. Eruit dus, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Njet, blaft ze als ze me even aankijkt en ze spoedt zich voort naar haar muizendoelen. Die zijn ook niet gek en verblijven op voor de hondenneus onbereikbare plekken. De toestand wordt te gek, ze moet eruit! Koekjes? nee hoor! Plakje worst? Haha, nee! Er is maar een ding dat haar overal uit weet af te leiden, dat is de deurbel. Ik zet dus de garagedeur op een kier en ik stel me zo op dat ik haar meteen in haar nekvel kan grijpen als ze naar buiten komt. Dan doe ik de voordeur open en maak mijn arm 2 keer zo lang en bel nadrukkelijk, het werkt! Als een speer komt ze naar buiten en kijkt met haar stomme kop heel nieuwsgierig naar de voordeur. Hebbes! Je ziet haar denken: ‘loeder!’ maar de volgende keer doet ze het weer. De muizen hebben we die dag niet meer gezien, maar de schrik zit nog in onze benen. Aan de bewapening voeg ik nu toe een probaat middel: ik doe het licht aan en ga stampend naar binnen, sla met mijn handen (pijnlijk) op de muur en: ik blaf! Volgens mij liggen die muizen in een deuk…  ©

 

Scriptor

TXTbureauToThePoint

 

Tags: , ,


About the Author



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top ↑