Literatuur & Lezen Webboulevard online Magazine taalstaaltjes

Published on januari 27th, 2014 | by scriptor

0

Tom Lanoye krijgt Constantijn Huygensprijs

… voor zijn hele oeuvre en voor zijn tomeloze inzet op het gebied van de roman, de poëzie, het essay en het theater. Lanoye bestormde rond 1980 de literaire wereld en is nog allesbehalve uitgestormd. Op zijn naam staan inmiddels tientallen titels, waaronder bekende boeken als Kartonnen dozen, Vroeger was ik beter, Alles moet weg, Het goddelijke monster, Zwarte tranen en de ode aan zijn moeder Sprakeloos. Lanoye staat vaak op het podium met eigen of andermans werk en schrijft veel voor het theater; tot zijn bekendste stukken horen Ten oorlog en De Russen.

Slagerszoon met een brilletje
Tom Lanoye werd op 27 augustus 1958 geboren in Sint-Niklaas in de provincie Antwerpen. Vader en moeder Lanoye bestierden een slagerij. In 1984 blikte Lanoye terug op zijn jeugd in het semi-autobiografische prozadebuut Een slagerszoon met een brilletje. In deze bundel vertelt Lanoye vier verhalen waarin hij een mythisch beeld van zijn familie opbouwt en hijzelf in de greep raakt van de wereld van de taal en het boek. Als duidelijk wordt dat ook hij de slagerij niet voort zal zetten (voorgaande broers kozen ook al iets anders), daalt de geest van de pater familias, Jean Baptiste Lanoye, neer in de slagerij en eist van moeder dat het jongetje wordt aangepakt: ‘U moet hem opleiden in de zaak. Hij moet leren slachten, versnijden, uitbenen. Houdt hem verre van boeken!’ Moeder Lanoye kiest echter voor haar zoon: ‘Ik houd bij de opvoeding van mijn kinderen alleen rekening met hun capaciteiten en hun eigen verlangens, mijnheer.’

Dichter en performer
Lanoye begon zijn schrijfcarrière als dichter. Tijdens zijn studie Germaanse filologie in Gent (hij zou afstuderen op de poëzie van Hans Warren) gaf hij in eigen beheer zijn eerste bundeltjes uit; het eerste was Maar nog zo goed als nieuw uit 1980. Zijn ‘officiële’ poëziedebuut verscheen in 1984, de bundel In de piste. Lanoye probeerde vanaf het begin ook zo vaak mogelijk het podium te bespringen om zijn eigen werk voor te dragen. Dat was in die tijd, waarin nog een zeker ivoren-toren-waas om de literatuur hing, ongewoon. Lanoye koos er juist onvoorwaardelijk voor om ook performer en zelfs entertainer te zijn, om het publiek overal op te zoeken.

Theater
Het theater, het drama, is de kern van Lanoyes werk. Bij het dankwoord voor de Huygensprijs sprak hij: ‘Alles is theater, proza op kop.’ En hij zei: ‘Indien ik iets ben, dan ben ik een auteur van stemmen. Van theater, van voordracht, van retoriek, van zingzang zonder zingen. En daarbij vloeien alle genres, van essay tot poëzie, gewoon in elkaar over.’ Voor Lanoye zijn de grenzen tussen de genres dus niet relevant. Hij bewerkte zijn eigen proza en poëzie regelmatig voor het theater en boekte ook zeer grote successen met zijn bewerking van Shakespeares koningsdrama’s Ten oorlog (1997), waarin ‘Edwaar the King’ en ‘Risjaar Modderfokker den Derde’ op geheel nieuwe wijze ten tonele verschijnen. In 2011 presenteerde hij met Toneelgroep Amsterdam De Russen, waarin hij de stukken Platonov en Ivanov van Tsjechov combineert tot een nieuw Lanoyaans geheel.

Alles moet weg
In 1998 verscheen Lanoyes eerste roman: Alles moet weg. Het is een schelmenroman en een on the road-boek over de jonge student Tony Hanssen die de wereld wil veroveren. Tony ontsnapt aan het gezapige studieleven en kiest voor het avontuur. Hij wordt reizend ondernemer en trekt met een oud Ford-busje door het Vlaamse platteland, om uiteenlopende rommel te verkopen en zo steenrijk te worden. Althans, hij denkt zijn slag te slaan bij ‘Vlaamse kermissen, de cafés, de tombolafeesten van dorpsfanfares, de verkiezingen van Miss Aardbei.  Tony’s handelsreis verloopt echter niet als gepland, hij komt in de vreemdste situaties terecht en de ene ontmoeting is nog merkwaardiger dan de andere. Uiteindelijk sluit Tony een pact met inbreker ‘Andreeke met de Harley Davidson’, samen beramen ze een bankoverval die volledig mislukt. Aan het einde van de roman is Tony alles kwijt, maar toch is Alles moet weg ook het verhaal van een bevrijding.

Activist
Evenals zijn grote voorgangers Louis Paul Boon en Hugo Claus schuwt Tom Lanoye het maatschappelijke debat niet. Als Antwerpenaar bond hij regelmatig de strijd aan met het steeds groeiende Vlaams Blok. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 was hij zelfs lijstduwer van de groene partij Agalev. Maar Lanoyes activisme is het sterkst in zijn werk. In zijn essays behandelt hij regelmatig zaken als de opkomst van het populisme en het wantrouwen tegen Europa. In 2005 schreef hij bijvoorbeeld Fort Europa. Hooglied van versplintering, een novelle die werd opgevoerd als theaterstuk, over het Europa van de toekomst. Zeven verschillende Europeanen, waaronder ‘de kleine Belg’ overdenken het verleden en vragen zich af of Europa zal overleven.

De monstertrilogie
‘Zouden die Belgmensen dan nooit eens leren wat schwung betekende?’ Lanoyes geëngageerde schrijverschap bereikte een literair hoogtepunt in de cyclus die nu bekend staat als De monstertrilogie. Deze trilogie bestaat uit de romans Het goddelijke monster (1997), Zwarte tranen (1999) en Boze tongen (2002). Het is een familiesaga, maar ook een grote politieke roman, een verhaal over het België van rond de eeuwwende, bezoedeld door Dutroux, geteisterd door communautaire twisten en gevangen in een permanente naar-binnen-gekeerdheid. Hoofdpersoon is Katrien Deschryver, zij is de personificatie van België. Lanoye zei zelf in een interview over haar: ‘Voor mij is zij België. Hoewel: misschien is zij daar te mooi voor. Ze is ontzettend conformistisch. Ze moet aan ieders wensen voldoen. Dat vind ik in extreme mate vreselijk aan de Belgen: hun onwaarschijnlijke conformisme. Het willen beantwoorden aan de verwachtingen van wie ze ook maar ontmoeten. Het andere wezenskenmerk is dat Katrien er net als de Belgen niet in slaagt om te communiceren wanneer dat echt belangrijk is.’

Sprakeloos
‘Ze ligt op de intensive care, met bliksemende blik, na een nacht van gedwongen rust weer onvermoeibaar, schuimbekkend in haar ongekende taal, haar nagelnieuwe duivelse dialect’. In 2009 verscheen Sprakeloos, Lanoyes indrukwekkende ode aan zijn moeder, de slagersvrouw die zelf zo gek was op toneel en acteren en de artistieke ambities van haar zoon stimuleerde. Het is een liefdevol portret van een vrouw op weg naar het einde, maar Lanoye schuwde niet om ook de bittere momenten uit zijn eigen jeugd te memoreren: het verongelukken van zijn broer, de reacties op zijn coming out . Met Een slagerszoon met een brilletje en de coming-of-age-roman Kartonnen dozen uit 1991 wordt Sprakeloos beschouwd als Lanoyes autobiografische Wase trilogie. Lanoye bewerkte en voerde Sprakeloos zelf op als theater-monoloog.

In 2012 schreef Tom Lanoye het Boekenweekgeschenk Heldere hemel. Zijn meest recente boek is de roman Gelukkige slaven.

 

Scriptor

 

Bron: Koninklijke Bibliotheek

 

Tags: , , ,


About the Author



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top ↑