Taalstaaltjes Webboulevard online Magazine trainingen

Published on november 24th, 2012 | by scriptor

0

De baas in het gesprek?

We geven nogal eens bewust aan wie een gesprek leidt… Waar het lijkt te gaan om de inhoud van een gesprek, gaat het eigenlijk om de relatie tussen de beide gesprekspartners. Onze lichaamstaal laat dan zien hoe we de verhouding zien en hoe we verwachten en zelfs willen dat de ander (re)ageert. Een moeder bijvoorbeeld tegen haar 5-jarige zoon: “Blijf van die (brandende) kaars af!” De toon geeft helemaal aan wat er moet veranderen. Ze had op dezelfde toon “Wiewaawoe!” kunnen zeggen, het kind was even goed van de kaars afgebleven terwijl het pas later zou denken over de vreemde taal van zijn moeder… Andere voorbeelden van vanzelfsprekende gespreksbazen zijn werkgevers, politie, burgemeesters enz.

Anders ligt het als we onbewust aangeven wie een gesprek leidt. Sommige gesprekspartners hebben de neiging hebben zich te vaak als underdog in een gesprek op te stellen. Dat heeft als logisch resultaat dat de ander hen zo ook ziet en behandelt. Meestal is dat helemaal niet wat ze willen! “Ik doe zo mijn best, maar ik word er niet om gewaardeerd.” of “Als hij iets zegt, luistert iedereen, als ik me meld, de helft!” Dit heeft alles te maken met de manier waarop men iets zegt en veel minder met wat men zegt. De inhoudelijke boodschap is, tenzij klinkklare onzin, relatief onbelangrijk. Onze lichaamstaal in gesprekken is veel bepalender.

Lichaamstaal bestaat uit: intonatie, volume, spreektempo en spreekpauzes, gebaren en gezichtsuitdrukkingen. Iemand die bijvoorbeeld aarzelend spreekt, maakt uiteraard minder indruk dan iemand die iets luid en stellig verkondigt. Waarin zitten die verschillen dan precies? De toon maakt de muziek. Alleen al bij de term aarzelen stellen we ons een stemhoogte en gezichtsuitdrukking voor. Als iemand aarzelend spreekt, blijven die twee beelden het meest hangen in het geheugen van de gesprekspartner. Ze bepalen dan ook hoe we de gespreksinhoud moeten zien. (Daarmee is niet gezegd dat het altijd fout is om aarzelend te spreken, dat kan zelfs heel functioneel zijn.) Als iemand in de dagelijkse praatjes bij het koffieapparaat altijd zachtjes praat en snel beaamt wat de ander vertelt, wordt dat het beeld dat men van zo iemand heeft. Dat beeld bepaalt de gespreksrol. In een vergadering neemt men zo’n spreker zo serieus als hij zich in al die gesprekken al opstelde of beter gezegd: voorstelde! “Ik ben niet zo belangrijk, wat ik zeg doet er minder toe!”

Natuurlijk is het zo dat die houding een oorsprong heeft. Spreken in gesprekken is een resultaat van hoe je jezelf ziet. Je spreekhouding kan je blik op jezelf echter erg bevestigen. De persoon die te aarzelend spreekt, krijgt inderdaad moeilijker een spreekbeurt omdat ze hem niet meer zo heel serieus nemen. Hij komt moeilijker uit zijn woorden als hij wel iets zegt. Het kan een opstapeling van bewijzen worden. Toch kun je dit met eenvoudige technieken doorbreken. Door je bewust te worden van de werking van de gesprekselementen, leer je hiermee anders om te gaan. Je doorbreekt het patroon. ©

 

Scriptor

TXTbureauToThePoint

 

 

Tags: , , , , ,


About the Author



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top ↑