Column Webboulevard online Magazine columns

Published on november 4th, 2014 | by scriptor

0

De gesprekstechniek van een specialist

Het kostte me nogal wat moeite om een afspraak bij de specialist te plannen. De ellende startte in de huisartsenpraktijk:                                                                                                                                                                        “Wij geven de verwijzing door aan de specialist en die assistent neemt contact op met u.”                                      Per sms, telefoon, what’sapp of mail? Nee: helemaal niet!
‘Jaaa, maar ik moest zeker 2,5 week geduld hebben!’
“Maar er zijn al 3 weken voorbij!”
“O dan belt maandag de huisarts even met u!”…hoorde ik op woensdag.
Huh? Waarover dan? Bel nou gewoon even naar die specialistenassistent?!
‘Nee want dat kan zo maar niet!’
Op maandag belt mijn huisarts om door te geven dat ze het opnieuw gaat proberen en, oja,…
‘…dit gaat vaker fout…’
Weer 2 weken later: een brief!  Van de specialist! Of ik maar even wil bellen voor een afspraak naar dit nummer.
‘Over een maand kon ik komen, hoor, dat zou wel gaan.’
Nou fijn! Een maand later in de wachtkamer, so far so good, hoor ik iemand een achternaam roepen, het is de mijne! Als ik me omdraai blijkt een studente van 20 jaar mij zo vriendelijk te hebben aangesproken. In de spreekkamer heeft ze alleen maar oog voor het computerscherm, haar vingers met mooi gelakte lange nageltjes tikken erop los. De co-assistente dermatologie doet niet aan hygiëne.
“Hebt u een verwijsbrief?” vraagt ze.
“Nee u hebt de informatie per mail ontvangen?!”meld ik, naar huisartselijke beweringen.
“Jahaaaa.” zingt ze. “Wat zijn de klachten?”
Als ik ze alle drie wil noemen, onderbreekt ze me bij de tweede. Het wordt haar te warrig, bekent ze en als klap op de vuurpijl beweert ze vervolgens dat een van mijn huidproblemen helemaal niet bestaat. Daar zit je dan, op iedere website is dat huideuvel terug te vinden in populair wetenschappelijke beschrijvingen, maar zij weet van niets. Toch zit ze op die stoel! Even later raken haar vingers een wond in mijn gezicht onderzoekend aan, zonder handschoenen, inclusief de lange gelakte nagels en de bacteriologische computerbevolking.
“Ik ga de supervisor er even bij halen!” kirt ze vriendelijk.
Ja dat lijkt mij ook wel een goed idee. 5 minuten later steekt ze vlotjes haar hoofd om de hoek van de deur:
“…ik kom eraan hoor!”
Ach wat leuk! Ah de supervisor, 10 jaar ouder dan de student, benoemt bij binnenkomst meteen, op eigen initiatief,  mijn ‘niet bestaande’ huidprobleem (geen reactie van de co-assistente) en hij is duidelijk deskundig. Toch zegt ook hij:
“Ik ga even de supervisor halen.”
Ik geloof mijn oren niet, maar jawel hoor: even later loopt nummer 3 de spreekkamer binnen. Is dit stiekem een opname van ‘Verspilde Tijden’, vraag ik me af. Nummer 3 kijkt mij niet of nauwelijks aan, maar overlegt vooral met de andere twee: “Bliedebladebloe…” klinkt het en nog meer: “…bleudebleudebleu…”
Dat gaat over mij! Dan verdwijnt sprakeloos supervisor nummer 2 en nummer 1 richt het woord weer tot mij. Wat volgt is een uitleg van de behandeling en daar hoort ook een antibioticum bij. Als ik ze vraag of ik ook voor deze variant allergisch ben, kijken ze me glazig aan en komen ze op het idee dat te controleren. Het computerscherm wentelt zich weer in de warmte van hun aandacht. En dan heb ik het nog niet gehad over mijn 3e klacht waarover de co-assistente zei:
“o, dat heeft de huisarts er zo maar bijgeschreven!”
Ach, laat de rest maar zitten. Wat bij de huisarts gebeurde, moet bij de gespecialiseerde, specialistische specialisten opnieuw, wederom ende overnieuw. Je kunt overigens maar drie dagen per week terecht in deze praktijk, want op de andere hebben ze overleg…. Ja dat kan ik me heel goed voorstellen met al deze communicatiekanalen, dat kost tijd!©

 

Scriptor

TXTbureauToThePoint

 

Tags: , , , , , ,


About the Author



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top ↑