Literatuur & Lezen Webboulevard online Magazine literatuur en lezen

Published on november 3rd, 2014 | by scriptor

0

Maarten ’t Hart

De hele maand november staan de Nederlandse bibliotheken in het teken van de roman Een vlucht regenwulpen van Maarten ’t Hart. Leden van de Openbare Bibliotheken en leden van de Koninklijke Bibliotheek kunnen van 1 tot 30 november een gratis exemplaar van Maarten ’t Harts beroemdste boek afhalen.

Een vlucht regenwulpen
‘Het ruikt hier zoals het vroeger ook geurde voordat de teelt van druiven werd vervangen door de kweek van tomaten. O, die onvergelijkelijke geur; als ik hem in mij opneem door diep in te ademen lijkt het wel of ik nog maar vier jaar oud ben en elk moment kan mijn moeder binnenkomen om mij over mijn haar te strijken.’ Aan het begin van de roman Een vlucht regenwulpen keert de hoofdpersoon, de dertigjarige Maarten, terug naar de plaats waar hij opgroeide. Het ouderlijk huis bevindt zich op een zeer afgelegen plek, omringd door kassen, weilanden, vaarten en drassige rietlanden. Maartens moeder is dood, maar voor hem is ze op die plaats een nog bijna tastbare aanwezigheid. Zijn jeugd komt hierna in flashbacks voorbij, afgewisseld met het verhaal van Maarten in het heden, waarin hij probeert te ontvluchten aan zijn eenzaamheid.

Moeder, Martha, de val
Twee vrouwen staan centraal in het leven van hoofdpersoon Maarten: zijn moeder en zijn grote jeugdliefde Martha. Het meisje Martha weet hij nooit te veroveren en zijn moeder verliest hij. Tot het einde zit hij aan haar sterfbed: ‘Aan het eind van de middag richt ze plotseling haar hoofd even op en twee korte zuchten ontsnappen haar en haar hoofd glijdt opzij en op hetzelfde moment zie ik een vlucht regenwulpen voorbij gaan boven het donkere riet.’ Moeder sterft terwijl de regenwulpen overvliegen. Dat troost Maarten, maar hij verliest ook zijn geloof en de geidealiseerde Martha is onbereikbaar. Tijdens een reis door Zwitserland ondergaat Maarten een loutering, gesymboliseerd door een diepe val in een ravijn, en weet hij zijn doodsangst en zijn onmogelijke liefde voor Martha te overwinnen. Het droombeeld van haar gezicht verdwijnt, maar toch zal ze altijd bij hem blijven: ‘Zonder dat ik het verhinderen kan verdwijnt ze, maar wat blijft is het ongelofelijk vredige gevoel dat diep in mijn lichaam onder mijn middenrif begint en zich uitbreidt tot een nooit gekend welbehagen dat niet alleen de hoofdpijn weet te verdrijven en bij voorbaat dromen waarin ik omlaag val verijdelt, maar daarbovenuit een voorspelling lijkt in te houden van iets wat voor altijd geldig zal blijven.’

Bestseller
Een vlucht regenwulpen verscheen in 1978. Het wordt beschouwd als ’t Harts doorbraak naar het grote publiek. In het jaar van verschijnen domineerde de roman langdurig de bestsellerlijst en werd hij direct al vele malen herdrukt. Inmiddels is het boek toe aan zijn 67e druk. Vertalingen verschenen onder andere in het Duits, Russisch, Zweeds, Pools en Italiaans. In totaal zijn meer dan een miljoen exemplaren van het boek verkocht. Toch scheelde het niet veel of het boek was helemaal niet verschenen. Het manuscript lag jaren op de plank bij de uitgever omdat de debuutroman van ’t Hart uit 1971, Stenen voor een ransuil, helemaal niet goed verkocht, hoewel het boek een eervolle vermelding kreeg van de jury van de Prinsen Geerligsprijs. Ook de tweede roman, Ik had een wapenbroeder, verschenen in 1973, liep niet goed. Alle drie de romans waren eigenlijk al geschreven in 1971. De uitgever durfde een derde moeizame roman lange tijd niet aan. Dat gaf ’t Hart wel jaren de tijd om aan de roman te schaven, want de eerste versie had hij in een maand in ijltempo neergepend. Toen Een vlucht regenwulpen dan toch verscheen, wist het verhaal over de zoektocht van de jonge Maarten zo’n gevoelige snaar te raken bij het publiek, dat ’t Harts naam voor altijd was gevestigd.

Geloof
Een vlucht regenwulpen gaat ook over het verlies van het gereformeerde geloof: ‘Ik bleef om de kerk cirkelen totdat de ramen al lang donker geworden waren, doolde nog rond in de straten in de omgeving, waarbij ik bijna gek werd van alles wat ik mijzelf verweet, en ten slotte fietste ik in de duisternis terug. Terwijl die gelijkmatige beweging mij toch weer enigszins rustig maakte, wist ik dat er iets onherstelbaars gebeurd was, ik had krampachtig geprobeerd het geloof te behouden en het bezoek aan die kerk was bedoeld als bezegeling daarvan en nu zou mij niets meer resten dan krampachtig proberen het geloof te verliezen.’ Eerder al rekende Maarten ’t Hart af met het gereformeerde milieu waarin hij opgroeide In zijn debuutroman Stenen voor een ransuil en in de bundel Het vrome volk werden het geloof en de gereformeerde kerk hard aangepakt. De scene waarin hoofdpersoon Maarten in Een vlucht regenwulpen twee gereformeerde ouderlingen die zijn zieke moeder de les komen lezen het huis uit ranselt is beroemd geworden, ook door de verfilming van het boek door Ate de Jong in 1981.

Polemist
Maarten `t Hart spreidt zijn weerzin tegen het geloof niet alleen ten toon in zijn romans en verhalen. Hij ontpopte zich vanaf de jaren zeventig ook als geharnast polemist. Aan het begin van de jaren negentig fileerde hij wekelijks de Bijbel in een rubriek in NRC Handelsblad: ‘De schrift betwist’, later gebundeld in Wie God verlaat heeft niets te vrezen (1997). ’t Hart, die de Bijbel vrijwel uit zijn hoofd kent door de dagelijkse schriftlezing in zijn jeugd, hekelde vooral de wreedheid van de God uit het Oude Testament. Zo beschrijft hij dat Koningen 19:35 verhaalt dat 185.000 Assyriers werden gedood door een “Engel des Heeren”. ‘In Jesaja 37 vers 36 wordt deze kolossale moordpartij nog eens trots aangehaald als een groots werk van God.’ Al optellend komt ’t Hart dan in het Oude Testament tot zo’n 600.000 doden in de naam van God, ‘maar het is best mogelijk dat ik hier of daar nog enkele tienduizenden opgespietsten dan wel van de steenrots afgeworpenen over het hoofd zie.’ Het gruwelijkste waren volgens ’t Hart die bijbelverzen waarin God onschuldige kinderen straft wegens fouten van hun ouders. Wekenlang regende het bij de redactie van NRC Handelsblad woedende ingezonden brieven van gelovigen tegen ’t Harts rubriek.

De vrouw bestaat niet
Maarten ’t Hart legde ook polemische felheid aan de dag bij zijn bestrijding van wat hij beschouwde als de uitwassen van het feminisme. Ook dat deed hij in een NRC-rubriek, in de jaren zeventig. Het leidde tot het boek De vrouw bestaat niet uit 1982. ’t Hart bestreed daarin onder andere de stelling van feministe Evelyne Sullerot dat mannen vrouwen weerhouden van eigen werk buitenshuis, zodat ze geen macht kunnen ontplooien en geen ruimere levenssfeer kunnen bereiken. Volgens hem was die stelling gebaseerd op naïeve en elitaire opvattingen over werk: “Twee jaar heb ik als leraar biologie `de maatschappij bestuurd en daarin mijn macht uitgeoefend’. Nu liever mijn hele leven achter de afwas dan ooit weer voor de klas. Heus, die zogenaamde `wat ruimere levenssfeer’ van mannen is in vijfennegentig procent van de gevallen een desillusie.”

In de openbaarheid
Maarten ’t Harts optredens tegen het geloof en het feminisme van de jaren zeventig zijn maar twee voorbeelden van zijn regelmatige deelname aan het publieke debat. ’t Hart komt vaak in radio- en televisieprogramma’s om over muziek, letterkunde of voeding mee te discussiëren. Hij is feitelijk een zeer maatschappelijk betrokken auteur, zonder daarmee een geëngageerd auteur te zijn die zijn boeken in dienst stelt van een bepaalde ideologie. Vaak ontstaat zijn betrokkenheid tegen wil en dank. Zo vond hij dat hij moest protesteren tegen de schandalige juridische behandeling van Lucia de Berk. Hij werd geconfronteerd met die juridische misser omdat hij, wachtende op bestelde boeken in de Koninklijke Bibliotheek als tijdverdrijf rechtszaken in het tegenovergelegen Haagse Paleis van Justitie bezocht. Bij de zaak ‘Lucia de B.’ doorzag hij zeer snel dat het OM een rammelende statistiek gebruikte. ’t Hart voelde zich toen verplicht als bekende Nederlander rumoer te maken in de media. Dat droeg ertoe bij dat de beeldvorming kantelde en de zaak heropend moest worden. ’t Hart schreef het voorwoord bij De Berks terugblik op haar onterechte veroordeling: Lucia de B., levenslang en TBS (2010).

Psalmenoproer
De bibliografie van Maarten ’t Hart, te vinden op de website van het Documentatiecentrum Maarten ’t Hart in zijn geboortestad Maassluis, bedraagt inmiddels tientallen titels. Na Een vlucht regenwulpen verschenen nog veelgelezen romans als De kroongetuige (1983), het boekenweekgeschenk De ortolaan, De jacobsladder (1986) en Lotte Weeda (2004). Voor het spannende boek Het woeden der gehele wereld (1993) ontving ’t Hart de Gouden Strop. Maarten ’t Hart baseerde dit boek op een waargebeurde moord in Maassluis in 1956. Het historische genre diepte hij verder uit in de roman Het psalmenoproer uit 2006. Het verhaal van dit boek speelt zich ook af in Maassluis en handelt over de heftige godsdiensttwisten die daar in 1775 ontstonden naar aanleiding van een nieuwe psalmberijming. Door zijn eigen gereformeerde achtergrond was ’t Hart bij uitstek geschikt om deze historische episode te beschrijven. Hij weet in welke woede een orthodox gelovige kan ontsteken als aan de Schrift wordt getornd. In Wie God verlaat heeft niets te vrezen beschreef ’t Hart het verzet van zijn eigen vader tegen interpretaties die afweken van de -volgens hem- door de Heilige Geest geïnspireerde Statenvertaling. Toen de nieuwe vertaling van Isaaks ‘bidden’ in Genesis 24:63 ‘peinzen’ maakte, werd vader ’t Hart “wild van woede. `Bidden’ was door peinzen’ vervangen, ziedaar hoe de verwereldlijking en vervlakking voortschreed.”

 

Bron: Koninklijke Bibliotheek 

 

Scriptor

 

 

Tags: , , , , ,


About the Author



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top ↑